Historiek

De geschiedenis van HIT

We schrijven 1885. In Eppegem werd een toneelkring “Hoop in de Toekomst” opgericht die naast toneelopvoeringen ook operettes op haar repertorium plaatste. Dit deed al gauw de behoefte aan een muzikale begeleiding ontstaan. Hiervoor werd aanvankelijk beroep gedaan op muzikanten uit Zemst en Elewijt, waar op dat moment al muziekmaatschappijen bestonden. Hierdoor werd de Eppegemse toneelgroep afhankelijk van losse medewerkers en werd de noodzaak aangevoeld om een eigen muziekmaatschappij op te richten. Na een zorgvuldige voorbereiding was het eindelijk zover. Met de volle steun van de gemeentelijke overheden en de best ingezetenen van de gemeente werd in 1889 de fanfare “Hoop in de Toekomst” opgericht onder impuls van Ridder Powis de Tenbossche, toenmalig burgemeester van de gemeente Eppegem.

Toen zich het nieuws in de gemeente verspreidde, waren er onmiddellijk enkele geïnteresseerden om notenleer te volgen. De eerste lessen hadden plaats in het stichtingslokaal “De Oude Zwaan”. Johannes Meulemans heeft door zijn grote inzet de opbloei van de jonge fanfare mogelijk gemaakt.

Notenleer was één ding, instrumenten bespelen was een ander. Grootste probleem was het verzamelen van de nodige fondsen om instrumenten aan te kopen. Het grootste deel van de Eppegemse bevolking werkte in de landbouw, waar crisis heerste. Hoewel het dus niet evident was kochten de meesten van de muzikanten hun eigen instrument. De eerste voorzitter, Jan Binst, sprong in de bres om mogelijke problemen mee op te lossen. De dag dat de instrumenten geleverd werden was het feest in de Zwaan.

En toen togen ze aan het werk. In alle hoeken van de gemeente werd duchtig gerepeteerd. De nieuwbakken muzikanten genoten van elke repetitie, die steevast uitdraaide op een gezellig samenzijn.

Toen enkele maanden later de groep zich sterk genoeg voelde om zelf een muziekstuk op te voeren, stond Eppegem in rep en roer. Gans de gemeente was op de been en schaarde zich rond de kastanjeboom om te luisteren naar de eerste opvoering van een eenvoudig muziekstukje door de eigen fanfare. Ook toen al zag men dat het goed was en dat er hoop was in de toekomst.

Langzamerhand groeide de fanfare uit tot de bijzonderste vereniging van de gemeente waar arm en rijk volgens eigen kunnen meewerkte aan het bereiken van het beoogde resultaat: muziek maken met en voor de eigen mensen in de gemeente. Iedereen snakte naar het jaarlijks teerfeest. Maanden op voorhand werd er over gesproken en ervoor gespaard. Het teerfeest van de fanfare was in die tijd immers het enige winterfeest dat men kende.

De maatschappij was in volle bloei toen door verschillende omstandigheden in 1911 het scheepje dreigde te zinken. Een nieuw bestuur onder voorzitterschap van de heer Van Steenwinkel werkte stilaan aan de heropleving tot aan de eerste wereldoorlog. De fanfare onderging echter het lot van de ganse Eppegemse gemeenschap : al de instrumenten en het prachtige vaandel werden vernield of gestolen.

Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en reeds in maart 1919 stak de fanfare met hernieuwde moed van wal. Houten instrumenten kwamen de koperen aanvullen en de fanfare werd een “harmonie”. Deze nieuwe start werd vooral mogelijk gemaakt door baron de Roye de Wichem, die niet alleen de aankoop van nieuwe instrumenten, maar ook een nieuw vaandel financierde. Toch moest de maatschappij zich in de schulden steken en het duurde tot 1922 voor er opnieuw kon geteerd worden.

Onder de leiding van dirigent Charles Coel bloeide de harmonie tot ze meer dan 50 muzikanten telde. Halfweg de jaren dertig spleten de politieke tegenstellingen in Eppegem door, dwars door de rangen van de harmonie. Elf van de beste muzikanten sloten zich aan bij een afgesplitste fanfare die zich rekende tot het VNV. De dynamiek langs weerszijden was echter enorm en de beide verenigingen kenden grote bloei tot na de tweede wereldoorlog de tweede fanfare van het toneel verdween.

Groot feest toen de harmonie in 1939 haar 50 jarig bestaan viert. Meer dan 30 zustermaatschappijen nemen deel aan het muziekfestival en de toenmalige dirigent, Jef Caluwaerts vereeuwigde dit moment met het componeren van een mars : “Eppeghems pioniers”.

In 1940 trof het oorlogsgeweld nomaals onze harmonie. De instrumenten werden dimaal zorgvuldig opgeborgen gedurende de oorlogsjaren. Maar toen in september 1944 de gealliëerden Eppegem kwamen bevrijden, kwamen dezelfde dag nog alle instrumenten weer te voorschijn en in triomf stapte de harmonie aan het hoofd van een kleine bevrijdingsstoet door Eppegem. In een mum van tijd herwon “Hoop in de Toekomst” zijn oude glorie.

Na het overlijden van voorzitter Alfons Nees, nam burgemeester Van Steenwinckel het voorzittersschap over. De jaren vijftig waren moeilijke jaren. De jeugd zat in de greep van het moderne amusement en sport, zodat de keuze voor vrijetijdsbesteding enorm toenam. Dit had ook zijn weerslag op de spelende muzikanten.

Jos Verlooy wordt de nieuwe voorzitter als Frans Van Steenwinckel overlijdt in 1959. De fanfare gedijdt gedurende de jaren van zijn voorzitterschap in rustige werkzaamheid onder de muzikale leiding van René van Tist De Bie, die al vanaf de tweede wereldoorlog dirigent is. René overlijdt in 1969. De fanfare treurt en speelt een ontroerend afscheidsconcert.

De viering van 100 jaar “Hoop in de Toekomst” in 1989 werd tegelijkertijd ook de viering van Staf Mathijs. Inderdaad, sinds 1969 kent de fanfare onder zijn leiding een nieuwe bloei. Jaar na jaar heeft de maatschappij onder zijn leiding deelgenomen aan het provinciaal tornooi en in 1976 en 1978 voerde hij de fanfare naar de eerste afdeling. Staf was mee de bezieler van een, aanvankelijk bescheiden, jeugdwerking. Hij wist als geen ander dat je als fanfare zelf jonge mensen moet opleiden om de rangen te versterken en voor continuïteit te zorgen.

Midden jaren ’70 werd er nog meer belang gehecht aan de toekomst. Patrick De Neef zette zijn schouders onder de jeugdopleiding. Tot op de dag van vandaag worden leerlingen aangezet tot notenleer in instrumentenlessen.

In 1974 werd burgemeester Kamiel De Block de nieuwe voorzitter in opvolging van Jos Verlooy. Twee jaar later werd hij echter reeds ten grave gedragen. Georges Tuyaerts die al tientallen jaren als secretaris en ondervoorzitter de fanfare koesterde werd de nieuwe voorzitter. De fanfare was voor Georges een wezenlijk deel van zijn leven. Ook van hem moesten we vervroegd afscheid nemen in 1984.

Het roer werd overgenomen door François Verstraeten. Onder zijn toegewijde voorzitterschap heeft de fanfare vele hoogdagen beleefd, zowel op muzikaal vlak als wat betreft de organisatie van feestelijkheden die zaad in het bakje moesten brengen.

In 1995 namen zowel dirigent Staf Mathijs als voorzitter François Verstraeten afscheid van de fanfare. De opvolging was echter vlug verzekerd. De muzikale leiding werd overgedragen aan Nadine Bal, terwijl Jef De Ridder de fanfare als nieuwe voorzitter de nodige zwoeng zou blijven geven.

Als de fanfare in 1999 haar 110-jarig bestaan viert op de schranshoeve kan vastgesteld worden dat de groep muzikanten ondertussen uit een 60-tal muzikanten bestaat die een gezellige groep vormen waar iedereen zich thuisvoelt. Na het afscheid van Jef De Ridder in 2002 nam de ondervoorzitter, Paul Cox de algemene leiding van de fanfare over.

5 jaar later – we schrijven 2007, is onze fanfare in volle bloei. Dagelijks wordt aan onze jeugdwerking gesleuteld. Wij hebben nu een heuse muziekschool voor de wekelijkse lessen notenleer en instrumentenles, waarvoor wij 5 professionele mensen aangetrokken hebben. Nadine werkt met deze jeugd om hen samen te leren spelen. Een voorbereiding voor de overstap naar de “grote” fanfare. Ons jeugdorkest behaalde een schitterend resultaat op het provinciaal tornooi in tweede afdeling : 92 %. Dat wil wat zeggen !! Dat dirigente, Nadine Bal, een buitengewone inzet vertoont voor de werking van onze fanfare zal ieder bestuurslid en iedere muzikant beamen. Haar enthousiasme en professionele begeleiding op de wekelijkse repetities en tijdens de optredens werkt aanstekelijk op de muzikanten die hun best doen om te geven wat Nadine vraagt. Onze fanfare zal, na een succesvolle eerste deelname in de afdeling uitmuntendheid in 2005, ook in 2008 weer deelnemen aan het provinciaal tornooi in dezelfde afdeling. Het resultaat van 88 % is niet iets om onder stoelen of banken te steken.

In 2008 komt echter ook een einde aan de samenwerking met Nadine. Ze vindt het tijd om de fakkel door te geven aan een jongere generatie. Na het Lentecontert in april neemt Pieter Lagacie het muzikale roer over.

In 2009 vindt ook voorzitter Paul Cox het tijd voor een jongere generatie. Hij blijft een actief bestuurslid maar de vergaderingen zullen voortaan geleid worden door Bernard Meeús.

Jos Verlooy overlijdt in 2010 en ook François Verstraeten verlaat ons in 2011.

Dirigent Pieter Lagacie verlaat ons begin 2011 om zich te vestigen in West-Vlaanderen.

Geert Van Looy wordt onze nieuwe dirigent. Geert Van Looy (° 25 oktober 1963) is woonachtig te Putte-Grasheide. Geert begon zijn muzikale loopbaan in de fanfare Deugd Verheft te Putte-Grasheide. Daarna volgde hij een opleiding trombone in de muziekacademie te Heist-op-den-Berg waar hij met grote onderscheiding voor slaagde. Ook later behaalde hij nog tal van prijzen. Zijn getuigschrift hafabradirectie behaalde hij met grootste onderscheiding in 1985. Sindsdien heeft hij al bij o.a. K.F. Sint-Cecilia in Haacht, De Goorse Bloesem uit Heist Goor en K.F. Sint-Niklaas uit Putte als dirigent gestaan. Geert is momenteel tevens dirigent van de Koninklijke Fanfare Willen is Kunnen van Berlaar-Heikant en speelt bastrombone bij brassband Heist.